Dworp


MUZODAG 1 IN DWORP

Toonmomenten
Van dinsdag 15 januari tot vrijdag 18 januari verbleven wij (derdejaars) naar Dworp gegaan. Daardoor heb ik die dagen niet op mijn blog kunnen schrijven. We vertrokken dinsdag 15 januari rond kwart na 9 en voor het middageten zagen we nog enkele toonmomenten die iedereen vrijdag voorbereid had. Na het middageten gingen we hiermee verder tot iedereen zijn toonmoment getoond had aan heel de groep. Elke groep kreeg een groep toegewezen die je moest evalueren. Dit moest je via een bepaalde evaluatiemethode doen die je kreeg aangewezen.
Er waren verschillende manieren van evalueren:
* evalueren aan de hand van een dier
* evalueren aan de hand van eten
* evalueren aan de hand van cocktails
* evalueren aan de hand van een muziekinstrument
* evalueren door een emotie uit te beelden
* evalueren door te vergelijken met een kleur

Ik moest evalueren door een emotie uit te drukken.
Zowel de toonmomenten als de verschillende manieren van evalueren  hebben mij verrast. In elk toonmoment vond ik de verschillende deeldomeinen van muzo terug. De toonmomenten waren goed gebracht en je zag dat er goed over nagedacht was. De toonmomenten bleven mooi om naar te kijken omdat alles steeds anders was en er steeds iets grappigs inzat. Iedereen had dezelfde opdracht, maar vertrok van een ander schilderij.

Sessie vertellen
Na de toonmomenten hadden we een sessie, dit was voor iedereen anders en hangt af van wat je gekozen had. In deze sessie heb ik veel inspiratie en ideeën opgedaan om in de lagere school te gebruiken, maar ik heb me ook gewoon geamuseerd. Omdat we een te grote groep waren is de groep in 2 gesplitst.
De volgende opdrachten voerden we in deze sessie uit:
* om jezelf voor te stellen --> ik ben ...(naam) en ik heb ooit ....
* In een kring iets vertellen over je lievelingseten zodat iedereen er zin in krijgt of vertellen over het vieste dat je al gegeten hebt en bij de anderen walging oproepen.
* per 3 een sprookje kiezen. De eerste persoon vertelt het sprookje in 7 minuten, de tweede persoon in 3 minuten en de derde persoon in 5 à 6 zinnen. Mijn groepje en ik kozen voor het sprookje 'Sneeuwwitje'.
* Iedereen kreeg 2 kaartjes en schreef op elk kaartje 1 woord. Daarna werden deze kaartjes in een doos gedaan. We zaten in een cirkel, gaven de doos door en namen er elk 1 kaartje uit. De bedoeling was dat je met het woord van op dat kaartje een zin vormde. Deze zinnen moesten samen een verhaal vormen.
* De 3 wijzen --> We zaten per 3 en vertelden elkaar een kort waargebeurd verhaal. We kozen één van deze verhalen. Daarna vertelde we elk om beurt hetzelfde verhaal aan de hele groep. Hierbij moest de persoon van wie het verhaal was het waargebeurde vertellen en de andere details veranderen. De hele groep moet dan kiezen wie ze denken dat de waarheid spreekt. Wij deden dit door achter de persoon te staan waarvan wij denken dat die de waarheid sprak.

Avondactiviteit
De avondactiviteit was een quiz waarbij we onze verschillende zintuigen gebruikten en onze kennis over de 5 deeldomeinen van muzo.
Enkele opdrachten van de quiz:
* een cocktail proeven en zeggen welke 4 ingrediënten erin zitten
* kijken naar fragmenten en aankruisen uit welke musicals ze komen
* met voelen aan een voorwerp en zeggen wat het is
* kijken (op een rare manier/scheel) naar een prent en zeggen welk dier je ziet. Het waren allemaal ananassen en als je goed keek dan zag je een krokodil.
* luisteren naar een geluid en zeggen welk instrument dat geluid maakt.
We zijn niet gewonnen, maar het was tof.

Link naar klaspraktijk:
- De manieren van evalueren vind ik leuk om in de lagere school te gebruiken. Het waren eens andere manieren dan de klassieke manieren die iedereen kent. Volgens mij is dit ook leuker voor de kind(eren) die de klasgenoten evalueren.
- Alle opdrachten van de sessie vertellen vind ik toepasbaar in de lagere school.

MUZODAG 2 IN DWORP

Op woendag 16 januari hebben we een muzodag voor de kinderen van lagere scholen in Dworp. Ik stond (samen met mijn groepsgenoten) in voor de workshop bewegingsexpressie in de school Sint - Victor. We werkten tot half 4 à 4 uur aan het voorbereiden van deze workshop. Persoonlijk vond ik bewegingsexpressie niet zo gemakkelijk om een workshop van te maken, daarom hebben wij samen eerst een brainstorm gemaakt. Van die brainstorm zijn wij vertrokken en zo is onze workshop gegroeid.   
We werden 2 keer gebriefd door de coördinatie over het begin, einde en het doorschuifsysteem.

In de late namiddag deden we nog een sneukeltocht. Persoonlijk vond ik dit heel leuk want ik ben graag buiten in de sneeuw. We moesten de 5 docenten van het muzo-team vinden, een opdracht uitvoeren en als beloning een ingrediënt krijgen. Met al de ingrediënten samen konden we een dipsaus voor chips maken.  Om het spel spannender te maken waren er 2 tikkers. Wanneer je werd aangegooid met een sneeuwbal moest je een ingrediënt teruggeven en een strafopdracht uitvoeren om dat ingrediënt terug te winnen.

Deze avond kregen we een soort dansles van een enthousiaste 'dansleraar' met de naam Sep. Hij toonde ons leuke en informatieve filmpjes over de dansen van vroeger en legde de link met de dansen van vandaag. Sep leerde ons de charleston en de lindy hop dansen, dit zijn 2 dansen uit de jaren '20 - '30. We leerden ook een danspasje dat 'crazy leggs' noemde. Ik vond deze dansles heel leuk omdat we steeds allemaal samen in beweging waren. Het is fantastisch om iet van vroeger te kunnen.
In de video hiernaast zie je de lindy hop.














Link naar de klaspraktijk:
- De opdrachten die we in de workshop bewegingsexpressie gedaan hebben kan ik nog gebruiken. Ik heb ook veel bijgeleerd over het muzisch deeldomein bewegingsexpressie. Ik heb geleerd om een workshop in elkaar te steken die leuk is voor kinderen.

MUZODAG 3 IN DWORP


Workshops en evaluatie
Donderdag 17 januari moesten we iets vroeger opstaan om te voet naar de school Sint - Victor in Dworp te gaan. Daar deden we onze workshop bewegingsexpressie 4 keer, telkens met een ander groepje kinderen. Onze workshop zag er als volgt uit:
* Kennismaking: in kring beweging maken en eigen naam zeggen. De anderen doen en zeggen dit na.
* kinderen zitten in een bolletje en komen op het ritme van de (zelfgemaakte) muziek recht. Ze komen recht wanneer ze op hun rug aangetikt worden.
 * Silly walk op muziek van de jaren '20 - '30
* Per 4 een voorwerp (boa, hoed, das, strik, sjaal,...) doorgeven. De persoon die het voorwerp heeft beweegt en geeft het voorwerp door. De andere staan stil als een standbeeld.
* Daarna met heel de groep hetzelfde doen met voorwerp doorgeven.
* In kring van groot zijn naar een bolletje gaan op de muziek.
* Evaluatie: een modeshow waarbij de kinderen een voorwerp uit de jaren '20 - '30 kiezen en dan zoals in een modeshow op muziek stappen. Ze moeten zeggen wat ze van de workshop vonden  aan de hand van het voorwerp. Aangezien we twijfelden of we genoeg materiaal voor alle kinderen hadden, hebben we de dag voordien enkele dassen en strikken gemaakt uit verschillende kleuren. Zo hebben de kinderen ook meer keuze uit verschillende kleuren.

Het lied waarop de kinderen de modeshow deden: http://www.youtube.com/watch?v=_nZ5WDn18WI
Dit is een oud lied met daarbij wat modern in, namelijk een remix.

Het voorbereiden van het toonmoment was een beetje chaotisch. De reden hiervoor was dat we maar 4 leerlingen van de voormiddag in onze groep hadden en we gebruikten in het toonmoment dingen die we al geleed hadden in de workshop. Het toonmoment zelf was fantastisch, ik was trots op de kinderen die het toonmoment gedaan hebben.

In de vroege avond evalueerden we over onze workshop en de muzodag in de lagere school. Deze evaluatie gebeurde in het groepje van de workshop. We bouwden een muur met daarin de bouwstenen om een muzodag te organiseren. Onderaan vind je de belangrijkste bouwstenen.

Op de onderste laag stenen staat:
- begeleiding: bij muzo is het niet de bedoeling om echt les te geven aan de kinderen. Het is wel belangrijk om de kinderen te begeleiden in hun muzisch proces.
- durf: zowel de leerlingen als de leerkracht moet durven. Het is goed om eens ietst otaal anders te doen, dan steeds op veilig te spelen.
- muzische instelling: als leerkracht heb je een muzische instelling nodig. Als je een muzische instelling hebt dan heb je muzische ideeën en ga je niet steeds hetzelfde cliché doen. De kinderen leren meer als ze veel verschillende activiteiten doen.
- organisatie: wanneer je een muzodag plant is organisatie zeer belangrijk. Als de organisatie goed zit dan is er geen chaos wanneer de muzodag/muzo - activiteit plaats vind.
- creativiteit: als leerkracht heb je de creativiteit die je hebt nodig. Zo kun je telkens nieuwe creatieve ideeën gebruiken voor je muzodag.

De tweede laag:
- timing: timing is heel belangrijk om een muzodag te organiseren. Je moet goed bekijken hoelang je wil dat elke activiteit duurt, hoelang het doorschuiven zal duren en dergelijke.
- integratie: het is belangrijk om de verschillende deeldomeinen van muzo te integreren en het leukst is dit om het  in een thema te doen.
- enthousiasme: enthousiasme is heel belangrijk want als je dit op de kinderen kan overbrengen dan heb je een echt geslaagde muzodag.
- reflectie: met kinderen reflecteren op wat ze gedaan hebben en hoe ze het vonden is belangrijk. De manier waarop je reflecteert kun je op verschillende creatieve manieren doen.

De derde laag:
- proces: het muzische proces van het kind is veel belangrijker dan het product dat het maakt. Veel positief bevestigen is goed voor de motivatie van het kind.
- balans zoeken en houden: wanneer je een workshop geeft of iets rond muzo doet, moet je goed de balans zoeken tussen leerkracht en begeleider zijn. Je moet de kinderen begeleiden in hun muzische proces, maar ook maken dat ze op letten en erbij zijn.
- interactie: als je muzo geeft moet je in interactie gaan met de kinderen. Muzo is leuk om te doen als er ideeën uit de kinderen komen.

De vierde laag:
- rode draad: als je rond een thema werkt is het best als er een rode draad is. Als er een rode draad is dan kunnen de kinderen daar altijd op terug vallen.
- leeftijdsgebonden: de activiteiten die je rond muzo doet moeten voor de kinderen geschikt zijn. Als je iets veel te moeilijk doet dan is er geen plezier voor de kinderen.

De vijfde laag:
- voorkennis: hiermee bedoel ik dat we soms wel moeten weten wat de kinderen al kunnen. Eventueel kun je daar dan op verder gaan en verder op bouwen.

Helemaal bovenaan apart staat:
- aankleding: een thema aankleden kan de kinderen helpen om muzischer te zijn. Zoals de school aan te kleden of de kinderen en jezelf te verkleden, dit kan de kinderen een duwtje geven om zich meer in te leven in het thema.    

Award voor beste muzische kortfilm
Op de avond gingen we naar de award uitreiking voor de beste muzische kortfilm. Daarvoor hadden we een uitnodiging ontvangen.
We hebben veel kunnen lachen en het was leuk dat iedereen verkleed was. De meeste filmpjes waren grappig. Het was leuk dat het stemmen voor het filmpje gebeurde via een applausmeter.


Hier staan 2 video's die te zien waren op de award uitreiking. Het filmpje met Mr. Bean vond ik het grappigst en het filmpje met de gitaar vond ik verrassend mooi.










Link naar de klaspraktijk:
- De workshop die we ineen staken is voor de lagere school en geeft inspiratie om erop verder te bouwen.
- De award uitreiking geeft inspiratie om na te denken om ook zoiets in de lagere school te doen. Maar dan met 'werken' die de kinderen eventueel gemaakt hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten